Desert and Touareg Blues


Spotify-afspeellijst

Op zoek naar de roots van de blues overviel me een onvergetelijk kippenvelmoment bij het beluisteren van het compilatiealbum "Ambiance du Sahara: Desert Blues" uit 1995. Het album staat vol zwoele nummers die je meevoeren op een eindeloze tocht door de desolate Sahara. En ondanks de vreemde talen geven de nummers onweerlegbaar uiting van diepe emoties, ontroerende verhalen en melancholische gedachten. Of hier nu de oorsprong ligt van de blues, of dit eerder een terugkeer is van de blues naar het moedercontinent, het doet er eigenlijk niet meer toe. Dit is de blues an sich, in volle ornaat, in al haar schoonheid, warmte en tristesse.

De samenwerking van de muzikale avonturier Ry Cooder met de legendarische Malinese grootmeester Ali Farka Touré op het album "Talking Timbuktu" brandde het desert-bluesgevoel nog dieper in mijn ziel.



Het Koninkrijk Mali

In de dertiende eeuw bedreigde Soumaoro Kanté, koning van de Sosso-volkeren, het volk van de Mandinka in West-Afrika. Om Soumaoro te verjagen werd beroep gedaan op de Mandinka prins Sundiata Keita. Volgens de legende die de griots vertellen was Sundiata echter gehandicapt en leerde hij pas op latere leeftijd lopen. Sundiata werd bovendien vervolgd door zijn stiefmoeder en halfbroer Dankaran Tuman, waardoor hij verplicht was in ballingschap te gaan in Néma, een stad in Mauritanië. 
In 1235 kon Sundiata toch een leger van tienduizend infanteristen vormen waarmee hij Soumaoro Kanté wist te verslaan. Sundiata verenigde daarop alle koninkrijken van het gebied tot het Koninkrijk Mali. Hij werd uitgeroepen tot "Mansa" of "Koning der Koningen". In het midden van de veertiende eeuw strekte zijn rijk uit van centraal Afrika - het huidige Chad en Niger - tot West Afrika - het huidige Mali en Senegal.


Ook volgens de legende werd aan Sundiata Keita een griot geschonken om hem te adviseren bij het regeren. Deze griot met de naam Balla Fasséké wordt beschouwd als de stichter van de Kouyate lijn van griots die op vandaag nog steeds actief zijn.

Ali Farka Touré

Ali Farka Touré
De populariteit van de Mali-blues kan gemakkelijk terug gebracht worden tot de koning van de desert blues Ali Farka Touré. De legendarische Malinese zanger en multi-instrumentalist werd zo vaak omschreven als de "Afrikaanse John Lee Hooker" dat het wellicht op beide artiesten hun zenuwen moest werken.

Toch ging de vergelijking op; Farka Touré, geboren in Niafunké op 300 kilometer afstand van Timbuktu, mengde niet alleen de traditionele Malinese muziek met elementen uit de blues, hij zong zijn nummers ook met een lage stem en in een slepend en stampend ritme, vaak met minimale begeleiding - net als John Lee Hooker dus. Beide artiesten putten hun inspiratie uit eeuwenoude muzikale Afrikaanse tradities.

De sound van Ali Farka Touré verspreidde zich in de jaren '80, toen op cassette, over geheel Afrika en al gauw ook wereldwijd. Zo ontmoette hij in 1992 in een club in Londen de Canadese bluesman en slide-gitarist Ry Cooder. Hun samenwerking leidde tot het prachtige album "Talking Timbuktu" dat een brug sloeg tussen Mali en de Mississippi-delta.
Het wondermooie "Ai Du" gaat over vertrouwen. Als je wil geloven in de toekomst, moet je immers eerst geloven in jezelf. Het is een ode aan de samenwerking, waarbij twee gitaren met elkaar communiceren en elkaar de ruimte laten om het woord te voeren.
Ali Farka Touré overleed in 2006. Hij was een muzikale grootmeester en stond aan de wieg van de Touareg-blues.

Griot


Een "griot" of "djeli" is een West-Afrikaanse dichter-muzikant die de tradities en de geschiedenis van de stammen bewaard en doorvertelt van generatie op generatie. Een griot wordt dus verondersteld een verscheidenheid aan traditionele liederen foutloos uit het hoofd te kennen. Bovendien moet een griot vertellend kunnen zingen over de actualiteit. Vaak maken de griots daarbij een satirisch of een politiek statement.

Het woord "griot" zou afkomstig zijn van het Franse woord "guiriot", dat op zich weer een transliteratie is van het Portugese "criado" wat dienaar betekent. Het Malinese woord "Jali" betekent "bloed" en de kennis die door griots wordt overgebracht, noemt men "jeliya" of "overbrenging door bloed".

Griots vormen een endogame groep, wat wil zeggen dat een griot over het algemeen alleen huwt met een andere griot.

Toumani Diabaté

Toumani Diabaté
Toumani Diabaté is een meester op de kora, een West Afrikaanse luit met 21 snaren.

Toumani Diabaté komt uit een familie van 70 generaties griots. Zijn vader, Sidiki Diabaté, nam in 1970 het eerste kora-album op. Ook zijn jongere broer Mamadou Sidiki Diabaté is een prominent koraspeler.

In 1987 trad Toumani Diabaté voor het eerst op, in Utrecht, Nederland. In hetzelfde jaar nam hij op één woensdagmiddag in Londen zijn eerste album "Kaira" op, een album dat beschouwd wordt als één van de besta kora-albums aller tijden. Toumani Diabaté werkte samen met de Amerikaanse blues muzikant Taj Mahal op het album "Kulanjan" en overbrugde zo de oceaan tussen Amerikaanse blues en traditionele Malinese muziek. Diabaté speelt ook samen met de flamencogroep Songhai, terwijl hij op het album "MaliCool" muziek maakte met jazz thrombonespeler Roswell Rudd.

Oumou Sangare

Oumou Sangare
Bij het beluisteren van het album Ambiance du Sahara: Desert Blues" raak ik steeds ontroerd door het betoverende stemgeluid van Oumou Sangare dat in het nummer "Saa Magni" mooi contrasteert met het antwoord van de achtergrond zangeressen.

Oumou Sangare, de "zangvogel uit Wassalou", stamt af uit een griotfamilie in het zuidwesten van Mali. Op jonge leeftijd vertrok haar vader met een tweede vrouw waarna ze met haar mama in armoede achter bleef. Ze zong als kind op straat om haar mama te steunen in het levensonderhoud. 
In 1989 trok de 20-jarige Oumou Sangare naar Ivoorkust om haar debuutcassette "Moussolou" op te nemen. Van deze opname werden er in Mali op enkele maanden tijd 200.000 exemplaren verkocht. Oumou Sangare werd een Malinese superster en kon ook wereldwijd snel doorbreken.

Oumou Sangare profileert zich ook voor de rechten van de Afrikaanse vrouw, voor de vrije huwelijkskeuze en tegen polygamie.

Youssou N'Dour

Na de "Zangvogel van Wassalou" laat ik graag de "Nachtegaal van Dakar" aan het woord. De Senegalese zanger Youssou N'Dour is wereldwijd gekend voor zijn mix van traditionele griot met percussie, vaak aangevuld met Cubaanse arrangementen.

Bassekou Kouyate

Bassekou Kouyate
Bassekou Kouyate werd in 1966 geboren in Mali en groeide op in een muzikale familie. Zijn moeder was een lokale zangeres, zijn vader en broers waren allen ngoni-spelers. Op 12-jarige leeftijd leerde ook hij de ngoni bespelen, een West-Afrikaans luitvormig snaarinstrument gemaakt uit een kalebas of uit hout waarover een geitenvel is gespannen.

Bassekou Kouyate werd ontdekt door Toumani Diabate waar hij verder mee samenwerkte. Hij ontpopte zich tot de beste ngoni-speler ter wereld en trouwde met griot zangeres Ami Sacko - de "Tina Turner van Mali". Bassekou Kouyate en Ami Sacko worden in Mali vereerd als volkshelden.

"Jama Ko" is een nummer over eenheid en respect, geschreven op het ogenblik dat Mali op de rand van oorlog stond. Het nummer laat de snelheid horen waarmee Kouyate de snaren van de ngoni beroert. Samen met de bendings en de oversturing laat hij zijn instrument een verhaal vertellen.



Vieux Farka Touré

Vieux Farka Touré
Vieux Farka Touré werd geboren in 1981 in Niafunké in Mali als tweede zoon van de legendarische Ali Farka Touré. Hoewel Vieux Farka door zijn vader ontmoedigd werd om muziek te maken, nam hij stiekem de gitaar ter hand en volgde muzieklessen aan het "Institut National des Arts" in Bamako, Mali.
 Het was Toumani Diabate die aan Vieux' vader de toestemming vroeg om van Vieux Farka Touré een album op te nemen. Vieux werkte nadien samen met zijn papa tot aan diens dood in 2006. Hij speelde ook samen met Dave MatthewsDerek Trucks en John Scofield.

Vieux Farka Touré staat gekend om zijn snelle hammer-ons en de dreunende resonantie die hij uit zijn custom-made versterker weet te persen. Vieux mengde ook Latijnse ritmes, rock en jazz in zijn muziek.

Touareg blues

Aan het begin van de twintigste eeuw werden de "Tamasheq" of "Touareg" volkeren uit Noord-Afrika na langdurig verzet onderworpen aan de Franse kolonisatie. Nadat de koloniale machten in de jaren '50 en '60 Noord-Afrika opnieuw verlaten hadden, werd het grondgebied gesplitst in de landen Mali, Algerije, Nigeria, Libië en Chad. De Touareg-volkeren bleven achter in een sociaal en economisch zeer moeilijke situatie. Toenemende woentijnvorming verminderde bovendien de beschikbare natuurlijke bronnen.

Een intense droogte in 1973 verplichtte uiteindelijk een groot deel van de achtergestelde Touareg-mensen om hun nomadenbestaan op te geven en zich terug te trekken in de stad. Door hun gebrek aan formele opleiding bleven deze mensen echter werkloos en werd de stempel "Ishumar" op hen gedrukt, een woord afgeleid van "chômeur" of werkloze.


De economisch en politiek gemarginaliseerde jongeren verenigden zich in een revolutionaire tot soms gewelddadige subcultuur. Veel jonge mannen zochten ook aansluiting bij de militaire eenheden georganiseerd door de Libische leider Muammar-al-Gadaffi waardoor ze nog meer werden blootgesteld aan revolutionaire ideeën alsook aan Westerse populaire muziek.

Aldus ontstond binnen deze subcultuur een nieuwe stijl van gitaarmuziek: een mix van elektrische blues met geluiden uit het Midden Oosten en Afrika. Deze muziek, Tichoumaren genaamd, verschilt van de traditionele muziek in het feit dat de bezetting van de groepen veel kleiner is, met 10 bandleden tegenover 30 in de traditionele muziek. Door gebrek aan vrouwen in de militaire kampen werd de stem van de vrouw ook vervangen door het geluid van elektrische gitaren.

Tinariwen

Tinariwen
In 1979 vormde een groep muzikanten, gesponsord door de Libische leider Gaddafi, de muziekband Tinariwen. Tinariwen was de eerste Touareg groep die de elektrische gitaar bespeelde en wordt daarom aanzien als de pionier van de Touareg-blues.

Tijdens de rebellie tegen de regering van Mali werd hun muziek verspreid in de militaire kampen door middel van cassettes. In 1990 ontstond er een associatie met de Franse band Lo'jo wat hun bekendheid een boost gaf  

Tende

Tende
De naam "Tende" werd ontleend aan een traditionele drum en staat voor het muziekgenre dat gebracht werd door vrouwen tijdens feestelijkheden of in het regenseizoen om de tijd te doden.

In de oorspronkelijke muziekstijl stonden percussie, handgeklap en de stem van de vrouwen centraal. Tijdens de ballingschap van jonge Touareg mannen naar Lybië in de jaren '70 werd de zang van de vrouwen vervangen door gitaarmuziek en ontstond de aan populariteit winnende "Touareg-blues". Later doorkruiste deze muziek opnieuw de oorspronkelijke volksmuziek. Waar "Tende" louter door vrouwen gezongen werd, wordt de "Touareg-blues" veelal door mannen gedomineerd.

Les Filles De Illighadat

Les Filles De Illighadad
Les Filles de Illighadad mengen Tuareg-gitaarklanken met traditionele volksmuziek uit hun geboortedorp Illighadag, diep in de Nigeriaanse woestijn. De desolate plek is onthouden van westerse weelde maar onderscheidt zich door een sterke identiteit en traditie.



Te beluisteren