De Blues doorheen de geschiedenis: The Forties - Pre-rock Era
Wat vooraf ging
- De Blues doorheen de geschiedenis - Slavernij en de Afrikaanse roots van de blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - Prille vormen van blues op de plantages, Circle Dance en Spirituals
- De Blues doorheen de geschiedenis - Fife and Drum, Minstrel Shows en Country Blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - Mississippi Delta Blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - Texas Blues, Hill Country Blues en Piedmont Blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - W.C. Handy en de domesticatie van de blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - Blues meets Jazz, Jugbands
- De Blues doorheen de geschiedenis - The Roaring Twenties - Urban Blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - Bessie Smith
- De Blues doorheen de geschiedenis - Ma Rainey
- De Blues doorheen de geschiedenis - Lonnie Johnson
- De Blues doorheen de geschiedenis - Leroy Carr
- De Blues doorheen de geschiedenis - Louis 'Satchmo" Armstrong
- De Blues doorheen de geschiedenis - The Roaring Twenties - Country Blues
- De Blues doorheen de geschiedenis - Blind Willie McTell
- De Blues doorheen de geschiedenis - Eddie James 'Son House' Junior
- De Blues doorheen de geschiedenis - The Thirsty Thirties - The Great Depression
- De Blues doorheen de geschiedenis - The Thirties - Beterschap halverwege de jaren dertig
Ook de muziekindustrie onderging grote veranderingen. De "American Society Of Composers, Authors And Publishers (ASCAP)" – de SABAM van de VS – werd door meerdere radiostations onder vuur genomen omwille van de hoge taksen die men moest betalen bij live-uitzendingen. Als alternatief werd "Broadcast Muzic Incorporated (BMI)" opgericht, een instituut dat ook meer aandacht schonk aan zwarte artiesten die voorheen genegeerd werden door de ASCAP.
Pass the biscuits, ‘cause it’s King Biscuit Time!
Robert Junior Lockwood (1915 - 2006)
Robert Junior Lockwood |
Lockwood wou vooral zonder begeleiding kunnen spelen en pinde zich daarom vast op het orgelspel. Maar toen hij hoorde dat de muziek van Robert Johnson klonk alsof hij zichzelf op gitaar begeleidde, was Lockwood overtuigd om ook gitaar te leren spelen. Van Robert Johnson leerde hij het nummer "Mr. Down Child".
Robert Johnson |
Maar Robert Lockwood ontplooide zich ook los van Robert Johnson. Op een dag speelde hij in een park waar vlakbij ook de gasten van de Memphis Jug Band hun ding deden. Het was echter Lockwood die het publiek naar zich toe trok. Toen hij na zijn optreden de centen telde, kwam naast hem een man zitten die hem een band aanbood. “You raise hell with that goddammn guitar all by yourself”. En in de band van Bill Destruction leerde Robert Lockwood met een plectrum spelen: de transformatie naar leadgitarist was volledig. In het orkest van Count Basie verwierf Lockwood tenslotte een meer jazzy speelstijl.
Later werd Lockwood door Aleck Miller uit huis gehaald om samen te gaan toeren. De heren draaiden echter de cel in voor landloperij. Op vrijdag belandden ze tussen de muren, op zaterdag speelden ze al muziek van achter de tralies op de tweede verdieping. Het publiek gooide hen geld toe, de bewaker raapte het op en gaf het door maar stak een deel in eigen zak. Toch verdienden Lockwood en Miller die dag in hechtenis 400 dollar. De directeur sloot daarop een deal; ze mochten elke avond spelen voor blanken en geld ophalen. In ruil werden ze in de gevangenis voorzien van drank en vrouwen en werd hen lekker eten aangebracht uit de keuken van een naburig hotel!
Volgens Lockwood hielden blanken van blues, maar niet van de mensen die blues creëerden. Ze sloten de zwarten op om zeker te zijn dat ze voor hen muziek zouden maken.
In 1960 trok Junior Lockwood nog met Sonny Boy naar Ohio waar ze een ruim jaar samen musiceerden. Nadat de rusteloze Sonny Boy opnieuw vertrok, bleef Lockwood er samen met zijn vrouw en kinderen. Hij verdween uit de muziekwereld tot zijn herontdekking in 1970.
Sonny Boy Williamson II (1912 - 1965)
Sonny Boy Williamson II |
Daarnaast trad hij ook op onder de artiestennamen Little Boy Blue, Alex Willie Williamson, Buzzard Beak, The Goat, Footsie, The Talaho Blues Singer en Willie Miller. Hij had een lange gestalte en diepliggende hondenoogjes, hij was een havik met een agressief temperament, lichtgeraakt en opportunistisch ingesteld. Sonny Boy had ook steeds een fles whiskey op zak.
Maar Sonny Boy Williamson II was vooral een indrukwekkende muzikant die zong met een stem van schuurpapier en mondharmonica speelde met de kracht van een stoomlocomotief. Hij liet de ritmische stoten op zijn instrument naadloos overvloeien in een lang vocaal gehuil. En hij was een vlotte babbelaar... Omdat hij een eenzaat was, had hij een geheel eigen stijl ontwikkeld. Hij was ook een showman die speelde zonder handen, knippend met de vingers op de tegentijd, of spelend met de harmonica tussen de lippen alsof een sigaar rookte. Soms stopte hij zijn harmonica zelfs helemaal weg in de mond, waarbij hij een brede glimlach tevoorschijn toverde.
Robert Nighthawk (1909 - 1967)
In 1942 keerde Robert Nighthawk terug naar Helena om een radiouitzending voor Bright Star Flour op te starten. Bright Star Flour was de concurrent van de Interstate Grocery Company, de sponsor van Sonny Boy Williamson.
- Big Road Blues - Tommy Johnson
- Big Road Blues - Robert Nighthawk, Houston Stackhouse
- Big Fat Mama Blues - Tommy Johnson
- Big Fat Mama Blues - Robert Nighthawk, Houston Stackhouse
- Maggie Campbell Blues - Tommy Johnson
- Maggie Campbell - Robert Nighthawk
Robert Nighthawk |
In 1932 speelde ook Robert Nighthawk's broer Percy McCollum mee. Stackhouse vulde het duo aan op viool, op mandoline en als gitarist. Tijdens het toeren belandden ze echter onterecht in de gevangenis: de politie was op zoek naar drie zwarte mannen die drie blanke meisjes hadden aangerand. Het trio werd bedreigd en geïntimideerd en kon pas vrijkomen dankzij de tussenkomst van een agent die de muzikanten herkende. Voor Percy was de maat vol: hij had een schrik opgedaan en wou niet meer verder rondtrekken.
Robert Nighthawk verliet daarop het zuiden van de delta. In Friars Point speelde hij een tijdje samen met de jonge John Lee Hooker. Nighthawk kwam echter in de problemen en veranderde zijn naam naar Mc Coy, de naam van zijn mama. Hij trok naar St. Louis en ontmoette Henry Townshend en Big Joe Williams die contacten had in Chicago. Daar speelde Nighthawk voor RCA Victor in een sessie met John Lee "Sonny Boy" Williamson. Sonny Boy Williamson I speelde er zijn hits "Good Morning School Girl" en "Blue Bird Blues", maar het was Robert Nighthawk die indruk maakte op producer Lester Melrose.
Nighthawk had bij zijn aankomst in Helena dus al een goede reputatie opgebouwd met ook albums bij Bluebird en Decca, waar hij speelde onder naam Peetie’s Boy of Robert Lee McCoy. In 1937 bracht hij “Prowlin Nighthawk” uit op plaat, waarna hij ook zijn alias wijzigde naar Robert Nighthawk. Bij zijn terugkeer bracht hij een band mee waar Son Sims deel van uitmaakte. Sims was een violist die een pickup aan zijn viool fixeerde en zo als eerste versterkte violist op de radio debuteerde.
Later luisterde Nighthawk veel naar Tampa Red en bewerkte hij diens "Anna Lou Blues" tot "Anna Lee". Ook de "Black Angel Blues" speelde Nighthawk in de stijl van Tampa Red. Beide nummers waren frequente verzoeknummers op de radio, ingevuld door Nighthawk waarna hij steevast de ether vulde met muziek in zijn eigen stijl.
Als 11-jarige jongen werd Burnett door zijn moeder het huis uit gegooid, waarna hij onderdak zocht bij zijn oom die hem vervolgens fysiek mishandelde. Na twee jaar ontvluchtte hij het huis van zijn oom en liep 120 kilometer ver tot bij zijn vader. Zijn vader gaf hem op 18-jarige leeftijd zijn eerste gitaar, blues-pionier Charley Patton leerde hem het instrument te bespelen. Sonny Boy Williamson II was getrouwd met de stiefzus van Howlin' Wolf, van hem leerde hij de techniek om de mondharmonica te bespelen. Howlin' Wolf probeerde ook de jodelende zang van zijn idool Jimmy Rodgers te kopiëren.
Wolf speelde ook nog samen met Robert Johnson, Johnny Shines, Honeyboy Edwards, Son House en met Willie Brown.
Howlin' wolf verwierf faam verwierf met zijn rauwe stem en zijn krachtig grollen ("moaning") tijdens de zang.
Tot aan zijn veertigste bleef Wolf werken als landbouwer in West Memphis, waarbij hij enkel in het weekend optredens verzorgde. Als bijverdienste werkte hij mee aan een reclameadvertentie op KWEM radio in West Memphis. Op die radiozender speelde hij later in een show, waardoor hij een platencontract kon binnen rijven.
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Burnett zijn eigen radioshow bij een lokaal station. Op die manier werd zijn rauwe en doorleefde stemgeluid ontdekt door Sam Phillips die de eerste opname van Howlin' Wolf organiseerde met onder meer "Moanin' At Midnight" en "How Many More Years". Onder de indruk van zijn rauwe stem en zijn krachtig kreunen ("moaning") boden de platenmaatschappijen tegen elkaar op om hem onder contract te krijgen. Howlin' Wolf kwam onder contract bij Chess Records en verhuisde naar Chicago.
In 1952 reed Wolf in zijn eigen auto naar Chicago om zich aan te sluiten onder het label van Chess Records, het platenlabel opgericht door Marshall Chess. In de stad ontmoette hij Muddy Waters die hem introduceerde in de clubs. Er groeide een haat-liefde verhouding van respect en rivaliteit tussen beide grootmeesters in de blues.
Elmore James (1918 - 1963)
In de late jaren '30 werd Elmore James als "guest star" uitgenodigd bij KFFA. Nog voor zijn legerdienst had Elmore James had al kennis gemaakt met Robert Johnson en met Sonny Boy Williamson II. Op de radio speelde hij Robert Johnson's "Dust My Broom", elektrisch versterkt en begeleid door een stevig rockende drum. Op de opname hoor je in de achtergrond bovendien de mondharmonica van Sonny Boy Williamson II.
Niettegenstaande Elmore af en toe mee speelde in de radioshows, werd hij eerder zenuwachtig in de studio en trad hij liever op in de Juke Joints. Hij ontwikkelde zich tot een legendarische gitarist die speelde met krachtige, schreeuwende riffs en zong met een hoge stem.
Elmore James |
Mede door zijn drinkgedrag leed Elmore James aan hartfalen. In 1963 overleed Elmore James aan een hartaanval, aan de vooravond van zijn comeback na een herstelperiode op het platteland.
Little Walter (1930 - 1968)
In Helena ontmoette Sonny Boy de 14-jarige Little Walter. Walter Jacobs had op dat ogenblik geen rooie duit: hij sliep 's nachts op biljarttafel en kreeg eten van de muzikanten en sigaretten van de gokkers. Little Walter imiteerde aanvankelijk John Lee Williamson en de invloed van Sonny Boy I was in zijn latere frasering zeker hoorbaar, maar eens in Helena raakte Little Walter helemaal in de ban van Sonny Boy Williamson II. Toen hij op een nacht werd aangevallen door een jonge vrouw met een mes, redde Sonny Boy II hem het leven en beide werden vrienden.
Little Walter |
Walter Jacobs werd in 1930 geboren bij een familie van sharecroppers in Marksville Louisiana. Toen hij acht jaar was leerde hij zichzelf op de mondharmonica spelen, toen hij twaalf was ruilde hij de schoolbanken voor een zwerversbestaan.
Little Walter speelde samen met pianist Henry Hill en kreeg fans. Hij luisterde als jongeling ook naar de jump blues van Louis Jordan en speelde diens saxofoonsolo's na op de mondharmonica. Louis Jordan had op dat ogenblik een grote hit met "Caldonia".
In 1945 kreeg Little Walter zijn eigen radioshow bij KFFA - Robert Lockwood was daar vertrokken voor een beter betaalde job bij de spoorwegen. Little Walter werd er op piano begeleid door Dudlow Taylor. Walter speelde speelde op de radio diepe blues met de lichte frasering die hij geleerd had van Louis Jordan en al gauw kreeg hij meer luisteraars en fans dan Sonny Boy - ook dat was één van de redenen waarom Sonny Boy uiteindelijk uit Helena wegtrok.
De relatie met Sonny Boy bleef altijd heel gespannen: Little Walter noemde hem op een zeker ogenblik zelfs een lijkenpikker en een oude praatjesmaker; "a fake and a fraude". Little Walter was helaas ook drankverslaafd. Tijdens een toer in 1968 in Europa raakte hij betrokken in een gevecht waarna hij overleed op het appartement van zijn vriendin.
Muddy Waters (1915 - 1983)
- Country Blues - Muddy Waters
- Rollin' Stone - Muddy Waters
- The Hoochie Coochie Man - Muddy Waters
- Mannish Boy - Muddy Waters
Muddy Waters
McKinley Morganfield aka "Muddy Waters" werd geboren 1915, maar toen hij drie jaar was, verhuisde zijn oma met hem naar de Stovall Plantage waar hij opgroeide en gedurende meer dan dertig jaar werkte. Muddy hoorde muziek weerklinken uit een plaatselijke juke joint en vanaf zijn dertiende begon hij ook zelf bluesmuziek te spelen. Muddy Waters leefde naar de normen een vrij comfortabel leventje: hij bestuurde een tractor op de plantage en verdiende 22,5 cent per uur, wat vrij veel was voor die periode.
In 1941 kwamen twee mannen langs in de regio: John en Alan Lomax. Beide heren waren "field recorders": mannen die rond trokken met een bandopnemer om opnames te maken van lokale artiesten. Het waren John en Alan Lomax die voor de Library of Congress de eerste opnames maakten van Muddy Waters. Die opnames zijn intussen legendarisch, je kan ze beluisteren op het album “The Complete Plantation Recordings”. Hoe Muddy Waters klonk op het platteland, kan je horen in het nummer “Country Blues”. De opname werd gemaakt op de Stovall Plantation, en je hoort Muddy Waters in de intieme, desolate setting van het platteland, met een knap stukje slide gitaar. En de gelijkenis met de country bluesmuziek van Robert Johnson is treffend.
- Country Blues - Muddy Waters
- Rollin' Stone - Muddy Waters
- The Hoochie Coochie Man - Muddy Waters
- Mannish Boy - Muddy Waters
Muddy Waters |
De opnames gaven Muddy een boost in zijn zelfvertrouwen: ook hij nam zich voor om het leven als sharecropper vaarwel te zeggen. Op een warme dag in 1943 vertrok hij uit het zuiden, hij nam de trein naar de grote stad, naar Chicago waar hij werk vond als vrachtwagenchauffeur voor een papierfabriek. En ‘s avonds trok hij naar de clubs om muziek te spelen.Muddy Waters zong in Chicago aanvankelijk dezelfde blues die hij op het platteland in zijn kindertijd had leren kennen. Maar in de grote stad speelde hij die muziek elektrisch versterkt - en alleen al die verandering, de elektrische versterking, die was immens. Muddy Waters kwam eerst terecht bij Columbia Records, maar het is bij de opnamestudio van de gebroeders Chess dat hij zijn legendarische carrière zal uitbouwen. Met zijn elektrische gitaar legde hij er de soliede basis van de Chicago Blues.
Van Robert Junior Lockwood leerde Muddy de "Black Spider Blues" en maakte er in 1948 zijn "Mean Red Spider" van. Muddy Waters, die vasthield aan de rauwe deltablues, weigerde les te volgen bij de meer jazzy-georiënteerde Robert Lockwood. Muddy Waters coverde ook "Nine Below Zero" van Sonny Boy Williamson en leerde heel wat van Robert Nighthawk in de periode dat Nighthawk terug naar de Delta was getrokken. Als wederdienst zorgde Muddy er in '49 voor dat Nighthawk "Anna Lee" en "Sweet Black Angel" kon opnemen voor Chess Records. Muddy en Nighthawk hadden wel een verschillende stijl: Muddy bleef veel dichter bij de Deltablues van Son House en Robert Johnson.
De weg was hobbelig, maar in de rauwe stad Chicago stelde Muddy Waters zich veel stoerder op, met de borst vooruit en met een flink stukje machoïsme eiste hij zijn plaats op in de blueswereld. Hij kwam terecht bij Leonard Chess, eigenaar van Aristocrad Records en later Chess Records. Muddy Hij liet zich omringen door een luidruchtige band met drum en bas aan zijn zijde, hij speelde een elektrisch overstuurde shuffle die je omver blaast. Zo werd hij in een combo verenigd met met Little Walter en Jimmy Rogers, later ook met Otis Spann en met de roemrijke tekstschrijver Willie Dixon.
Muddy Waters zong over seks en over voodoo, en over zijn eigen bovennatuurlijke seksuele aantrekkingskracht. Willie Dixon schreef trouwens voor Muddy Waters het krachtige en welbekende nummer “I'm your Hoochie Coochie Man". De sound van de "Chicago Blues" was geboren..
Neen, Muddy was geen “boy” meer, de stad maakte van hem “a man”, a “Mannish Boy”. Dit is 1955.
In 1958 toert Muddy Waters door Groot Brittannië en Europa waar hij voor het eerst voor een blank publiek speelt.
Muddy Waters overleed in 1983. Hij bleef zijn hele leven analfabeet.
Muddy Waters zong over seks en over voodoo, en over zijn eigen bovennatuurlijke seksuele aantrekkingskracht. Willie Dixon schreef trouwens voor Muddy Waters het krachtige en welbekende nummer “I'm your Hoochie Coochie Man". De sound van de "Chicago Blues" was geboren..
John Lee Hooker (1917 - 2001)
John Lee hooker overleed in juni 2001. Hij had een immense invloed op de blues en bleef tot het einde van zijn levensloop op geregelde tijdstippen goede muziek uitbrengen.
T-bone Walker (1910 - 1975)
In 1942 werden de eerste opnames onder de naam "T-Bone Walker" gemaakt, het jaar nadien had hij zijn eerste hit met "Call It Stormy Monday". T-Bone Walker werd een nationale attractie dankzij zijn acrobatische stunts; hij zette zich tijdens de nummers met de benen in spreidstand en bespeelde als eerste de gitaar met de tanden. Hij had ook een belangrijke invloed op de drie Kings: B.B. King, Albert King en Freddie King.
Lightnin' Hopkins (1912 - 1982)
Lightnin' Hopkins |